Lativa Valies, 45 jaar Mallemolen Mijn collega's regelden direct alles, ik kwam in een mallemolen van onderzoeken terecht. Mijn man was net een week begonnen bij een nieuwe werkgever en die bleek gelukkig heel meelevend. Hierdoor kon hij mee naar het ziekenhuis en thuis onze dochters, nu acht en tien jaar oud, opvangen. De eerste dagen hebben we ze nog niets verteld, we draaiden er een beetje omheen, zonder te liegen. Ik wilde ze niet onnodig bang maken, eerst weten wat er precies aan de hand was. Dat was verdrietig want normaal zijn wij heel open. Ik heb veel gehuild die eerste dagen. Er is er maar één die het weet Ook van de buitenwereld komt die vraag en dat vind ik heel apart. Dat mensen op het schoolplein aan mij of de kinderen vragen: “Hoe lang nog?” Aan de ene kant begrijp ik het wel, het is een vorm van belangstelling. Maar de kinderen werden het op een gegeven moment echt zat. We hebben samen besproken hoe ze daar nu op moeten reageren. Niet brutaal, maar op een nette manier zeggen: “Vraag het maar aan mijn ouders of aan een leerkracht.” We zijn als gezinnetje wat meer teruggetrokken in onze eigen cocon. Ik maak onderscheid in wie ik wat vertel. De buren weten bijvoorbeeld dat ik kanker heb en daarom heel moe ben, dat is genoeg. Terwijl ik met oud-collega's van het ziekenhuis juist wel alle details en bijzonderheden van de long-NET kan bespreken. Zij kunnen daar wat mee en vinden het zelfs interessant omdat het niet vaak voorkomt. Troep in mijn lijf De tweede afspraak vertelde de dokter over een trial met immunotherapie. Dat sprak me aan, met deze behandeling zou ik zo min mogelijk 'troep' in mijn lijf krijgen. Mijn gegevens moesten naar Amerika opgestuurd worden en dan zou ik te horen krijgen of ik voor deze trial in aanmerking kwam. Twee dagen voor de uitslag kreeg ik een epileptisch insult. Ik was op de bank gaan liggen en ik werd wakker in het ziekenhuis. Uit een scan bleek dat het insult was veroorzaakt door uitzaaiingen in mijn hoofd. Twee dagen later bij het AVL zat ik hem te knijpen, ik dacht nu kan die trial vast niet doorgaan en dat was ook zo. Ik voldeed nu niet meer aan de criteria. Nu immunotherapie als optie afviel, schoven mijn grenzen op, dan maar wel troep in mijn lijf, ik wilde chemo. Dokter Buikhuisen stelde juist voor om af te wachten en pas weer in actie te komen als ik pijn of andere klachten zou krijgen. Maar er moest iets gebeuren vond ik, ik was angstig en onrustig. Er was inmiddels al een half jaar voorbij sinds het ontdekt was. Ik ben heel blij dat dokter Buikhuisen naar me geluisterd heeft, maar de chemo bleek toch te zwaar. Ik was al erg moe en nu kon ik helemaal niets meer. Ik heb de kuur wel afgemaakt en het sloeg ook aan, maar niet genoeg om te besluiten om nog meer kuren te doen. We gaan eerst alle andere mogelijkheden proberen en chemo zal echt als laatste weer een optie zijn. Ik krijg nu overolimus en de primaire tumor is stabiel. Hij groeit niet en ik heb er ook geen last van. De uitzaaiingen op de lever geven de meeste klachten: darmklachten, ongemak, opgezette buik: het lijkt wel of ik mijn derde kind verwacht. Ik heb een slechte eetlust en ben veel afgevallen, daarvoor heb ik nu hulp van een diëtist. Onder het dekbed vandaan
Symptomen van een NET in de longen
Sommige long-NET zijn functioneel en geven klachten van het carcinoïdsyndroom. Dit kan bij een carcinoïd van de longen ook als er geen uitzaaiingen in de lever zijn.
Informatiepagina long-NET augustus 2016
© NET-groep |